© Philip Demeester, 2021

Hoe kan je Brecht verzoenen met een écriture féminine?
Hoe kan je commentaar geven op een samenleving en tegelijk schoonheid creëren?
Hoe kan je een publiek boeien en het toch haar vrijheid geven?

Als ik Brecht noem als een grote inspiratiebron, dan moet ik toegeven: ik weet niet of ik ooit een echt brechtiaanse voorstelling gemaakt heb. Meer zelfs, ik geloof niet dat ik me nog veel herinner van zijn werk. Maar zijn geest is, zo denk ik, in mijn artistiek lijf gekropen.
Als ik de écriture féminine naar het theater heb willen brengen, dan kan ik enkel zeggen: de waarheid lag in de vrouw(en) die deze zoektocht met hun lijfelijke bezieling hebben aangegaan. Ik kan enkel hopen dat mijn werk als regisseur haar/hen hen de ruimte daartoe aanbood.

Mijn theater- en danswerk is steeds een zoektocht, een poging om relevante en dus verontrustende vragen te stellen, om evidenties in vraag te stellen. Veel van deze vrijheid van denken en voelen ligt, voor het publiek, in de enscenering, en het tempo van de voorstellingen, in de kwetsbaarheid van de acteurs en dansers.

Veel teksten zijn eerder toevallig terechtgekomen in voorstellingen, weinig teksten zijn speciaal voor het podium geschreven - al waren ze steeds bedoel om in de mond genomen te worden, om verteld te worden aan die betekenisvolle andere.

Een paar tekst-fragmentjes...

home | © 2021 Philip Demeester